Theologie bevraagt datgene wat de menselijke ervaring overstijgt maar waarnaar die ervaring wel voortdurend lijkt te verwijzen. Daarbij gaat haar belangstelling vooral uit naar datgene wat ongewoon is, ongepast en afwijkend. Want juist wanneer er barsten verschijnen in het vanzelfsprekende is er kans dat daardoor nieuw licht gaat schijnen.
Theologie is daarom essentieel kritisch, zowel politiek als ethisch als religieus. Het bevecht de afgoden die wij (ongemerkt) dienen en de tijdgeesten die ons beheersen. Theologie is ‘goden afbreken’. Want de God die ‘waarheid’ is kan nooit in mensenkaders op worden gevangen.
Daarom alleen al bestuderen we aloude teksten, liefst in hun vreemde, oorspronkelijke taal, en zoeken we de minderheidspositie in actuele debatten.